In een open brief aan de Eerste Kamer hebben achttien hoogleraren die zich met de integratie van minderheidsgroepen bezighouden zich gekeerd tegen de nieuwe Wet Inburgering. Zij voeren een groot aantal bestuurlijke, economische, morele en juridische argumenten tegen de wet aan. De nieuwe wet zal naar hun mening de inburgering eerder verslechteren dan verbeteren. De hoogleraren bepleiten als alternatief een wijziging van de huidige wet.
Over de inburgeringsplicht van Turkse schrijven de hoogleraren: “Het opleggen van de inburgeringsplicht aan Turkse burgers, die vallen onder de werkingssfeer van de Associatie EEG-Turkije, is in strijd met het discriminatieverbod in de Associatieovereenkomst. Aan Nederlanders wordt immers geen inburgeringsplicht opgelegd. Bovendien is het opleggen van de nieuwe verplichtingen aan Turkse werknemers en hun gezinsleden die rechtmatig in Nederland verblijven, strijdig met de standstillbepaling in de Associatie EEG-Turkije. Die bepaling verbiedt de invoering van nieuwe beperkingen van toegang tot arbeid en verblijfsrecht. De voorgestelde inburgeringsplicht maakt de feitelijke mogelijkheid om te werken afhankelijk van het cursusaanbod. De verblijfsrechtelijke sancties in het wetsvoorstel betekenen dat de positie van de betrokkenen minder gunstig wordt in vergelijking met de geldende regels. Burgers van Turkije vormen de grootste groep niet-Nederlanders die rechtmatig in Nederland wonen.”
De volledige tekst van de brief is te lezen op het URL: http://www.nrc.nl/opinie/article508742.ece?service=Print