030-2343625
info@iot.nl

Nieuwe inbreukprocedure tegen Nederland

Nederland vraagt hoge en onbillijke leges voor een Europese verblijfsvergunning. Dat is de mening van de Europese Commissie, die het Europese Hof van Justitie gevraagd heeft om de Nederlandse regelgeving op dit punt te vernietigen. (Zaak C-508/10)
De commissie stelt dat het bedrag van 830 euro voor een verblijfsvergunning als langdurig ingezetene onevenredig is in vergelijking met de 30 euro die door EU-burgers moet worden betaald voor een verblijfskaart. De Europese verblijfsvergunning is in het leven geroepen krachtens de Richtlijn langverblijvende derdelanders (2003/109/EG) die sinds 2006 van kracht is. Doel van die richtlijn is om de rechtspositie van immigranten van buiten de EU meer in overeenstemming te brengen met die van EU-burgers. De hoge leges in Nederland druisen volgens de Commissie in tegen dat doel.
In afwachting van een uitspraak van het Europese Hof heeft de rechtbank een aantal beroepsprocedures op grond van de richtlijn aangehouden.
De Europese Commissie is een inbreukprocedure gestart tegen Nederland na een klacht van ondermeer het Inspraakorgaan Turken.
Sinds het begin van deze eeuw zijn de leges voor verblijfsvergunningen in Nederland aanzienlijk verhoogd. Door de hoge kosten zien veel immigranten af van een sterkere verblijfsstatus, ofschoon ze daar wel recht op hebben. Op last van het Europese Hof (Zaak C-92/07) zijn vorig jaar de leges voor verlening en verlenging van een verblijfsvergunning aan Turkse burgers verlaagd tot hetzelfde niveau als die van EU-onderdanen. In strijd met die uitspraak wordt van Turken overigens nog wel € 830 geheven voor een machtiging tot voorlopig verblijf bij gezinshereniging.

(foto: EHvJ)

Gerelateerde Artikelen